Author Archives: admin

Toscane: de hoofdbestemming?

We zijn er, in Toscane. Om precies te zijn net buiten Florence. Toscane is naar mate de plannen vorderden eigenlijk ons hoofddoel geworden. Dat wil zeggen: het gebied waarvandaan we ook weer richting huis vertrekken. Uiteraard zal, net als de heenreis, ook de terugreis allerlei leuke bestemmingen hebben, maar we zullen hier meer zien en minder kilometers maken.

De reis van vandaag van Venetië naar Florence was op z’n zachtst gezegd een hobbelig gebeuren. De A1 van Bologna naar Florence is wat betreft de naam vergelijkbaar met de A1 ter hoogte van de Muiderbrug. En dat dan 90km lang… En dat gaat met een personenauto waarschijnlijk prima, maar met de camper is het een ander verhaal. Veel hobbels, kuilen, en dat is hard werken. Ook voor het interieur, dat schudt alle kanten op. De inhoud van de kastjes wordt hergeschikt, evenals onze eigen ledematen. Maar goed, we hebben het gered, en de camper ook.

Ik neem het schrijven even over van Martijn. Mijn stukje zou zijn begonnen met een hoop gezanik en gezever, want wat een helse weg was dat over de A1. Halverwege reden we de 23e tunnel in en heb ik kortstondig de gedachte gehad ‘zoek het maar uit, ik doe het niet meer’. Ik had mijn handen al bijna los van het stuur. Wat een gehobbel. En wat een volstrekt krankzinnige medeweggebruikers. Maar het leek mij niet zo’n goed idee om het stuur los te laten en dat heb ik dan ook maar niet gedaan. Ik ben nog heel even boos geweest, toen we bij het verlaten van de A1 maar liefst 16,60 euro tol moesten afrekenen (het is de Efteling niet!), inmiddels heb ik het punt bereikt dat ik de rit schaar onder de bijzondere momenten van deze vakantie. Later kunnen we er om lachen.

Goed, Florence dus. We staan op een bijzondere camping. Gek genoeg vol met Hollanders. Dat hebben we nog niet eerder meegemaakt. En de Hollanders staan hutje mutje bij elkaar. Bij aankomst op de camping mochten we eerst op expeditie. Dat is inmiddels gewoonte geworden. Je krijgt hier nooit een plek toegewezen, je mag op expeditie en je eigen plekje zoeken. Tot op heden een dankbare taak. Vandaag een onmogelijke taak. Want alle plekjes waren doordrenkt met modder. Ik ben inmiddels zielsveel gaan houden van de camper en wilde hier dus pertinent niet aan beginnen. We hebben gezocht en gezocht en uiteindelijk een plekje, ver van de menigte, gevonden. Een heel idyllisch plekje op een grasheuvel. Geen mens te bekennen. Daar zijn we gaan staan. Eenmaal uitgepakt en geïnstalleerd kregen we beiden een onaangenaam gevoel. Het was (achteraf) best grappig. Ik zag Martijn wat ongemakkelijk op zijn stoel heen en weer schuiven. Om zich heen kijken. Pips gezicht. En ik voelde mij net zo. Want, is dit wel een legale plek? Mogen we hier wel staan? Het mooiste plekje van de camping en we staan hier moederziel alleen. Toch maar wat te drinken ingeschonken, hadden we verdiend na die helse rit. Klokklokklok, op! En bijna in koor zeiden we, ik voel me niet zo op mijn gemak, dit mag misschien helemaal niet. En als heilige Marius en heilige Maria zijn we naar de receptie gelopen (en wees geïnformeerd, ook dit is een expeditie, want de receptie ligt minstens 1500 meter lager…). En daar hebben we opgebiecht dat we mogelijk op een illegaal plekje staan. De aardige mevrouw aan de receptie moest lachen. Ze vertelde ons dat we het mooiste plekje hadden gevonden en dat ze het altijd verwonderlijk vindt dat hier niemand gaat staan.

Tevreden zijn we terug geklommen. En daar zitten we nu. Voor de camper, onder de luifel, genietend van het heerlijke weer. Een kaarsje op tafel en een goed glas wijn. We zijn in Toscane, en we gaan hier intens van genieten. Vakantie is heerlijk…..

It’s just a bloody rock

It’s just a bloody rock
“Het is maar een rots” zei de kerel van de VVV in Coober Pedy, toen we vertelden dat we na Coober Pedy doorgingen naar Uluru (Ayers Rock). Hij was zo lyrisch over Coober Pedy, dat hij vond dat we beter daar nog 2 dagen konden blijven dan naar die rots te rijden. Aangezien onze plannen anders waren, hebben we zijn raad niet opgevolgd. We zijn onderweg gegaan naar Uluru. En dat was een bijzondere rit. Nadat het de avond en nacht ervoor flink had geregend, en we via het nieuws lazen dat er bosbranden waren in o.a. Clare Valley (waar we de dag ervoor nog waren) en er een hittegolf gaande was in Sydney en Melbourne, vertrokken we ‘s ochtends in de regen richting Uluru. Regen is erg uitzonderlijk in deze regio, maar de eerste paar uur leek het net een herfstochtend in Nederland. Ruitenwissers op de hoogste stand, snelheid aanpassen en tussen de druppels door opletten of er geen kangaroos op de weg zaten. Gelukkig werd het naarmate we noordelijker kwamen steeds beter weer. En daar gingen we natuurlijk voor. Tenslotte zijn de zonsondergang, de sterrenhemel en de zonsopgang in The Red Centre adembenemend en absoluut voor ons een van de redenen om hier naartoe te komen.
De rit was lang, maar gaandeweg brak de hemel open en werden we steeds vrolijker. We hadden dan ook een leuk spelletje voor in de auto. Wie herinnert zich niet het “lange-rit-tijdverdrijf” van vroeger: wie het eerst een rode auto ziet. Wij deden: wie het eerst een auto ziet. En die turfden we dan. We hebben nl enige onenigheid gehad over het aantal auto’s dat je in The Red Centre tegenkomt. We hebben geturfd en in de eerste 500 km zijn we 56 tegenliggers tegen gekomen, en 2 kangaroos. We hadden het geen van beiden juist geraden… Toch was het een lekker ritje. Die uitgestrektheid, die verlatenheid, dat went niet zo snel. Rijden in de rammelbak overigens ook niet. Maar we werden beloond. Na 700 kilometer zagen we Uluru aan de horizon verschijnen. Er zijn meerdere rotsen in deze omgeving en ik heb me wel afgevraagd of je Uluru direct zou herkennen. Het zou toch beschamend zijn als je stuiterend in de rammelbak zit, denkend Uluru te hebben gezien, en het blijkt een andere rots te zijn. Maar er was weinig twijfel mogelijk. Toen Uluru eenmaal aan de horizon verscheen wisten we het zeker.
Aangezien de rest van het rode landschap zo plat is als een dubbeltje, valt die rots zeer goed op. En ook zijn zusters, de Olga’s, vallen goed op, en zijn van een afstandje in ieder geval ook zeer bijzonder. We hadden onderweg al besloten om gelijk de zonsondergang maar mee te pikken die avond. We haalden wat picnic-boodschappen bij de supermarkt, ontdekten dat we in een andere tijdzone zaten en zetten de klok een uur achteruit, en zijn naar Uluru vertrokken. Even eerder hadden we al een plekje gereserveerd op de enige camping hier in de buurt. Dat had ook na zonsondergang gekund, want ik denk dat maar 10% van de plekjes bezet is. Met het kado gekregen uurtje zijn we eerst langs het informatiecentrum van Uluru gereden, alwaar er verteld wordt wat de rots voor de Aboriginals betekent. Er zijn enkele heilige plaatsen rondom de rots, vanuit mythologische vertellingen bekend. De Aboriginals verzoeken de toeristen ook met klem om de rots niet te beklimmen, omdat dat heiligschennis voor hen betekent. Alhoewel we al besloten hadden dat we dat dan ook niet zouden doen, was de beklimming ook vanwege het weer gesloten.
De zonsondergang. Die maken we met zijn allen iedere dag mee. En hoe vaak staan we hier echt bij stil? In de buurt van Uluru lijkt dit moment van levensbelang. Dan gebeurt het, daar moet je bij zijn. We wisten, op de minuut nauwkeurig, hoe laat de zon onder zou gaan (ook niet een tijdstip dat ik iedere dag zo kan oplepelen). Het zou 19:14 uur gebeuren. We waren om 17:00 uur op de uitkijk-parkeerplaats. De “place to be”  voor zonsondergangkijkers. We waren niet eens de eersten (wel de tweede). We hebben ons tafeltje opgezet, stoeltjes erbij, en onze hapjes uitgestald. We zaten eerste rang. Heerlijk genietend van het zonnetje, de hapjes en de hemel die tot kraakhelder openbrak, hebben we daar gezeten. De enige onderbreking die we hadden was de wekker, die iedere 15 minuten ging. We maakten dan een foto, zodat we het tafereeltje van de ondergaande zon nauwkeurig op de plaat vast legden. We hadden een groot kruis gemaakt in de rode aarde, zodat de foto van exact dezelfde plek genomen werd. Het werd gaandeweg steeds drukker. Het werd heel druk. Fileparkeren. Minimaal 500 mensen. De parkeerplaats is een zeer uitgerekte, dus geen geduw of getrek. Naarmate 19:14 uur naderde veranderde de rots inderdaad van kleur. Van helrood, naar oranje, naar haast goud. Prachtig. De schaduwen werden steeds groter, en de spanning steeg. De uiteindelijke zonsondergang doet een waas over de rots vallen. Alle kleur lijkt te verdwijnen. En de mensen ook. Nadat de zon was ondergegaan liep de parkeerplaats leeg. Ook wij vertrokken tevreden naar ons plekje op de camping.
Voor vandaag stond een wandeling rondom de rots in de planning. Bepakt en bezakt, met voldoende water, vertrokken we voor de wandeling. Erg bijzonder om diezelfde rots van de avond ervoor nu van zo dichtbij te zien. De wandeling was zo’n 10km lang, goed te doen voor ons. Maar: de luie vliegen vanuit Sydney zijn hier veranderd in hele actieve, irritante beestjes. Ze liften met je mee op je rugzak, je rug, je hoofd en het liefst je gezicht. Alvorens ergens te landen cirkelen ze het liefst via je oren, vlak voor je ogen en je gezicht. De tip van Koen hebben we dan ook ter harte genomen (na deze wandeling dan…) voor de dagen die komen gaan: wij lopen straks met zo’n suf netje rond ons hoofd. Maar goed, alles beter dan de ergernis die ze vandaag teweeg brachten. De wandeling was leuk, helaas is niet de hele wandeling vlak langs de rots, maar het was zeker de moeite waard. Prachtige kleurverschillen, kraters, uitgesleten kloven en bovenal bijzonder om die van veraf fluweel lijkende steen van dichtbij te zien en te voelen dat het wel keihard gesteente is.
En morgen gaan we nog 1 keer naar de rost kijken. Bij zonsopgang. Jaja, beste lezer, u leest het goed. De wekker gaat hier om 04:00 uur, zodat we op tijd zijn voor zonsopgang bij Uluru. En daarna rijden we 50 verder, naar de Olga’s. Belooft heel mooi te zijn. En rond de middag vertrekken we dan richting Kings Canyon, zo’n 300 km verderop. Wederom een natuurpark.
Maar voordat we gaan slapen gaan we nog even een wandelingetje maken met de laptop. Zo’n 500 meter verderop hebben we bereik en kunnen we dit berichtje plaatsen. Dit bijzondere berichtje overigens. Normaliter geven we wel prijs wie het bericht geschreven heeft. Vandaag is dat niet het geval. We hebben dit dan ook samen geschreven. Leek ons wel een leuk experiment. Je bedenkt wat als je in de woestijn zit (auto’s tellen, berichtjes om-en-om schrijven). Wellicht is dit gedeelde bericht een leuke quiz voor de oplettende lezer (wie schreef wat) of het is niet meer dan een wetenschap. Wij gaan nu eerst ons best doen om dit op internet te krijgen. En ondertussen kijken we nog even naar boven. Naar de sterrenhemel. De betoverde sterrenhemel, zoals je hem waarschijnlijk maar enkele keren in je leven zult zien….

“Het is maar een rots” zei de kerel van de VVV in Coober Pedy, toen we vertelden dat we na Coober Pedy doorgingen naar Uluru (Ayers Rock). Hij was zo lyrisch over Coober Pedy, dat hij vond dat we beter daar nog 2 dagen konden blijven dan naar die rots te rijden. Aangezien onze plannen anders waren, hebben we zijn raad niet opgevolgd. We zijn onderweg gegaan naar Uluru. En dat was een bijzondere rit. Nadat het de avond en nacht ervoor flink had geregend, en we via het nieuws lazen dat er bosbranden waren in o.a. Clare Valley (waar we de dag ervoor nog waren) en er een hittegolf gaande was in Sydney en Melbourne, vertrokken we ‘s ochtends in de regen richting Uluru. Regen is erg uitzonderlijk in deze regio, maar de eerste paar uur leek het net een herfstochtend in Nederland. Ruitenwissers op de hoogste stand, snelheid aanpassen en tussen de druppels door opletten of er geen kangaroos op de weg zaten. Gelukkig werd het naarmate we noordelijker kwamen steeds beter weer. En daar gingen we natuurlijk voor. Tenslotte zijn de zonsondergang, de sterrenhemel en de zonsopgang in The Red Centre adembenemend en absoluut voor ons een van de redenen om hier naartoe te komen.

De rit was lang, maar gaandeweg brak de hemel open en werden we steeds vrolijker. We hadden dan ook een leuk spelletje voor in de auto. Wie herinnert zich niet het “lange-rit-tijdverdrijf” van vroeger: wie het eerst een rode auto ziet. Wij deden: wie het eerst een auto ziet. En die turfden we dan. We hebben nl enige onenigheid gehad over het aantal auto’s dat je in The Red Centre tegenkomt. We hebben geturfd en in de eerste 500 km zijn we 56 tegenliggers tegen gekomen, en 2 kangaroos. We hadden het geen van beiden juist geraden… Toch was het een lekker ritje. Die uitgestrektheid, die verlatenheid, dat went niet zo snel. Rijden in de rammelbak overigens ook niet. Maar we werden beloond. Na 700 kilometer zagen we Uluru aan de horizon verschijnen. Er zijn meerdere rotsen in deze omgeving en ik heb me wel afgevraagd of je Uluru direct zou herkennen. Het zou toch beschamend zijn als je stuiterend in de rammelbak zit, denkend Uluru te hebben gezien, en het blijkt een andere rots te zijn. Maar er was weinig twijfel mogelijk. Toen Uluru eenmaal aan de horizon verscheen wisten we het zeker.

Aangezien de rest van het rode landschap zo plat is als een dubbeltje, valt die rots zeer goed op. En ook zijn zusters, de Olga’s, vallen goed op, en zijn van een afstandje in ieder geval ook zeer bijzonder. We hadden onderweg al besloten om gelijk de zonsondergang maar mee te pikken die avond. We haalden wat picnic-boodschappen bij de supermarkt, ontdekten dat we in een andere tijdzone zaten en zetten de klok een uur achteruit, en zijn naar Uluru vertrokken. Even eerder hadden we al een plekje gereserveerd op de enige camping hier in de buurt. Dat had ook na zonsondergang gekund, want ik denk dat maar 10% van de plekjes bezet is. Met het kado gekregen uurtje zijn we eerst langs het informatiecentrum van Uluru gereden, alwaar er verteld wordt wat de rots voor de Aboriginals betekent. Er zijn enkele heilige plaatsen rondom de rots, vanuit mythologische vertellingen bekend. De Aboriginals verzoeken de toeristen ook met klem om de rots niet te beklimmen, omdat dat heiligschennis voor hen betekent. Alhoewel we al besloten hadden dat we dat dan ook niet zouden doen, was de beklimming ook vanwege het weer gesloten.

De zonsondergang. Die maken we met zijn allen iedere dag mee. En hoe vaak staan we hier echt bij stil? In de buurt van Uluru lijkt dit moment van levensbelang. Dan gebeurt het, daar moet je bij zijn. We wisten, op de minuut nauwkeurig, hoe laat de zon onder zou gaan (ook niet een tijdstip dat ik iedere dag zo kan oplepelen). Het zou 19:14 uur gebeuren. We waren om 17:00 uur op de uitkijk-parkeerplaats. De “place to be”  voor zonsondergangkijkers. We waren niet eens de eersten (wel de tweede). We hebben ons tafeltje opgezet, stoeltjes erbij, en onze hapjes uitgestald. We zaten eerste rang. Heerlijk genietend van het zonnetje, de hapjes en de hemel die tot kraakhelder openbrak, hebben we daar gezeten. De enige onderbreking die we hadden was de wekker, die iedere 15 minuten ging. We maakten dan een foto, zodat we het tafereeltje van de ondergaande zon nauwkeurig op de plaat vast legden. We hadden een groot kruis gemaakt in de rode aarde, zodat de foto van exact dezelfde plek genomen werd. Het werd gaandeweg steeds drukker. Het werd heel druk. Fileparkeren. Minimaal 500 mensen. De parkeerplaats is een zeer uitgerekte, dus geen geduw of getrek. Naarmate 19:14 uur naderde veranderde de rots inderdaad van kleur. Van helrood, naar oranje, naar haast goud. Prachtig. De schaduwen werden steeds groter, en de spanning steeg. De uiteindelijke zonsondergang doet een waas over de rots vallen. Alle kleur lijkt te verdwijnen. En de mensen ook. Nadat de zon was ondergegaan liep de parkeerplaats leeg. Ook wij vertrokken tevreden naar ons plekje op de camping.

Voor vandaag stond een wandeling rondom de rots in de planning. Bepakt en bezakt, met voldoende water, vertrokken we voor de wandeling. Erg bijzonder om diezelfde rots van de avond ervoor nu van zo dichtbij te zien. De wandeling was zo’n 10km lang, goed te doen voor ons. Maar: de luie vliegen vanuit Sydney zijn hier veranderd in hele actieve, irritante beestjes. Ze liften met je mee op je rugzak, je rug, je hoofd en het liefst je gezicht. Alvorens ergens te landen cirkelen ze het liefst via je oren, vlak voor je ogen en je gezicht. De tip van Koen hebben we dan ook ter harte genomen (na deze wandeling dan…) voor de dagen die komen gaan: wij lopen straks met zo’n suf netje rond ons hoofd. Maar goed, alles beter dan de ergernis die ze vandaag teweeg brachten. De wandeling was leuk, helaas is niet de hele wandeling vlak langs de rots, maar het was zeker de moeite waard. Prachtige kleurverschillen, kraters, uitgesleten kloven en bovenal bijzonder om die van veraf fluweel lijkende steen van dichtbij te zien en te voelen dat het wel keihard gesteente is.

En morgen gaan we nog 1 keer naar de rost kijken. Bij zonsopgang. Jaja, beste lezer, u leest het goed. De wekker gaat hier om 04:00 uur, zodat we op tijd zijn voor zonsopgang bij Uluru. En daarna rijden we 50 verder, naar de Olga’s. Belooft heel mooi te zijn. En rond de middag vertrekken we dan richting Kings Canyon, zo’n 300 km verderop. Wederom een natuurpark.

Maar voordat we gaan slapen gaan we nog even een wandelingetje maken met de laptop. Zo’n 500 meter verderop hebben we bereik en kunnen we dit berichtje plaatsen. Dit bijzondere berichtje overigens. Normaliter geven we wel prijs wie het bericht geschreven heeft. Vandaag is dat niet het geval. We hebben dit dan ook samen geschreven. Leek ons wel een leuk experiment. Je bedenkt wat als je in de woestijn zit (auto’s tellen, berichtjes om-en-om schrijven). Wellicht is dit gedeelde bericht een leuke quiz voor de oplettende lezer (wie schreef wat) of het is niet meer dan een wetenschap. Wij gaan nu eerst ons best doen om dit op internet te krijgen. En ondertussen kijken we nog even naar boven. Naar de sterrenhemel. De betoverde sterrenhemel, zoals je hem waarschijnlijk maar enkele keren in je leven zult zien….

Bijna zover…

Welkom! We zijn druk bezig om deze website klaar te maken voor onze grote reis… down under! Niet alleen deze website overigens, ook onze koffertjes, planning, reisuitzet, en ga zo maar door.

We hebben er zin in!

Wordt vervolgd…