Ofschoon, dikwijls en pinguïns

Ofschoon, dikwijls en pinguïns
Na een kleine drie dagen bij Tante Corrie te gast te zijn geweest zitten we nu op Phillip Island. We gaan straks onze eerste nacht in de camper, ons ‘bussie’ doorbrengen. Het is vooral een lang ding, een beetje wennen met rijden (we pikken af en toe een stoepje mee in de bocht, net als toen met de Transit met de jongens naar de Vogezen 😉 ), maar vooral veel ruimte. We hebben ‘m ingericht en voelen ons al redelijk thuis.
Tante Corrie dus. Wat hebben we het heerlijk gehad bij haar. Familie op het zuidelijk halfrond! De ontmoeting was warm en hartelijk en ik voelde direct dat ik bij familie was. Tante Corrie is een echte Stokhof, want zowel Tante An als Riet en Cootje zag ik in haar terug. Leuk! In een mix van Engels en Nederlands maakten we (opnieuw) kennis, en ik geloof dat we pas bij het wegrijden vanmiddag gestopt zijn met praten. Niet dat we tijd wilden inhalen, of hebben bijgepraat, maar we hebben het over alledaagse dingen gehad. Uiteraard over de recente gebeurtenissen en de familiebanden, over Oom Piet, mijn vader en Cees, maar ook over Australië, onze reis, het leven in Australië, het Nederland van nu. Tante Corrie woont al 52 jaar in Australië, maar spreekt, na even inkomen, nog perfect Nederlands. Grappig is wel dat ze bepaalde woorden gebruikt die wij tegenwoordig niet veel meer gebruiken: dikwijls, ofschoon, gerieflijk. Dat is leuk!
Het verblijf bij tante Corrie was een fijne overgang tussen de stad en het kamperen dat we nu gaan doen. Even tot rust komen, even weg uit de ‘drukte’ van de stad (alhoewel de Australiërs zich nergens druk om lijken te maken). We hebben vandaag met z’n drieën een paar mooie wandelingen gemaakt door een regenwoud-gebied (Bulga-Tarra National Park) en de schade gezien die de bosbranden van ongeveer een half jaar geleden hebben aangericht. Indrukwekkend, zeker ook hoe de natuur zich herstelt: de afgebrande bomen hebben een soort vacht gekregen van nieuw loof. Gisteren zijn we naar Manny’s Market geweest in Morwell: ondanks dat de Nederlandse gemeenschap niet erg groot is verkopen ze daar De Ruijter hagelslag, allerlei Nederlandse drop, 8 soorten ontbijtkoek, beschuit uit Nederland en als klap op de vuurpijl kaneel in AH-potjes en Conimex mix voor nasi en bami… Daarnaast is het ‘gewoon’ een supermarkt. We keken onze ogen uit, dit hadden we niet verwacht. ‘s Avonds kwamen Jennifer (mijn nicht), Scott en de kinderen eten. Heel erg gezellig, kennis gemaakt met mijn achternicht en -neven en na zo’n 20 jaar Jennifer en Scott weer gezien. Het is overdreven om te zeggen dat het leek alsof het gisteren was, maar het was gelijk goed. We hopen dat we hun nog eens in Nederland kunnen verwelkomen. We hebben overigens bewegende beelden gemaakt van vandaag, we gaan die proberen op de website te zetten.
Na afscheid genomen te hebben van lieve Tante Corrie zijn we op advies van haar binnendoor naar Phillip Island gereden, om naar de pinguïn parade te kijken. Iedere avond, rond zonsondergang komen de pinguïns uit de zee naar het strand en de achterliggende duinen om ‘thuis te komen’. Was een erg grappig gezicht. De strijd die de pinguïns inwendig voeren om de tocht over het strand te maken, tussen alle meeuwen door, leidt tot grappige taferelen. Als de leider van het groepje besluit dat het niet veilig is en omkeert, soms halverwege, dan struikelt alles en iedereen over elkaar heen. Sukkels… 🙂 Overigens mochten we geen foto’s en video-opnamen maken van het gebeuren, begrijpelijk, maar we hadden wel wat inzendingen voor Funniest Homevideo’s gehad. De verrekijker kwam overigens zeer goed van pas!
Morgen vertrekken we via Morrington en de ferry naar het begin van The Great Ocean road. We hoeven niet veel kilometers af te leggen, en met hulp van tante Corrie hebben we ook de route na The Great Ocean road min of meer vastgelegd. Wanneer we weer internet hebben weten we niet. Deze camping heeft het wel, maar we zitten denk ik te ver van het access point af. Soit.
Welterusten!

Na een kleine drie dagen bij Tante Corrie te gast te zijn geweest zitten we nu op Phillip Island. We gaan straks onze eerste nacht in de camper, ons ‘bussie’ doorbrengen. Het is vooral een lang ding, een beetje wennen met rijden (we pikken af en toe een stoepje mee in de bocht, net als toen met de Transit met de jongens naar de Vogezen 😉 ), maar vooral veel ruimte. We hebben ‘m ingericht en voelen ons al redelijk thuis.

Tante Corrie dus. Wat hebben we het heerlijk gehad bij haar. Familie op het zuidelijk halfrond! De ontmoeting was warm en hartelijk en ik voelde direct dat ik bij familie was. Tante Corrie is een echte Stokhof, want zowel Tante An als Riet en Cootje zag ik in haar terug. Leuk! In een mix van Engels en Nederlands maakten we (opnieuw) kennis, en ik geloof dat we pas bij het wegrijden vanmiddag gestopt zijn met praten. Niet dat we tijd wilden inhalen, of hebben bijgepraat, maar we hebben het over alledaagse dingen gehad. Uiteraard over de recente gebeurtenissen en de familiebanden, over Oom Piet, mijn vader en Cees, maar ook over Australië, onze reis, het leven in Australië, het Nederland van nu. Tante Corrie woont al 52 jaar in Australië, maar spreekt, na even inkomen, nog perfect Nederlands. Grappig is wel dat ze bepaalde woorden gebruikt die wij tegenwoordig niet veel meer gebruiken: dikwijls, ofschoon, gerieflijk. Dat is leuk!

Het verblijf bij tante Corrie was een fijne overgang tussen de stad en het kamperen dat we nu gaan doen. Even tot rust komen, even weg uit de ‘drukte’ van de stad (alhoewel de Australiërs zich nergens druk om lijken te maken). We hebben vandaag met z’n drieën een paar mooie wandelingen gemaakt door een regenwoud-gebied (Bulga-Tarra National Park) en de schade gezien die de bosbranden van ongeveer een half jaar geleden hebben aangericht. Indrukwekkend, zeker ook hoe de natuur zich herstelt: de afgebrande bomen hebben een soort vacht gekregen van nieuw loof. Gisteren zijn we naar Manny’s Market geweest in Morwell: ondanks dat de Nederlandse gemeenschap niet erg groot is verkopen ze daar De Ruijter hagelslag, allerlei Nederlandse drop, 8 soorten ontbijtkoek, beschuit uit Nederland en als klap op de vuurpijl kaneel in AH-potjes en Conimex mix voor nasi en bami… Daarnaast is het ‘gewoon’ een supermarkt. We keken onze ogen uit, dit hadden we niet verwacht. ‘s Avonds kwamen Jennifer (mijn nicht), Scott en de kinderen eten. Heel erg gezellig, kennis gemaakt met mijn achternicht en -neven en na zo’n 20 jaar Jennifer en Scott weer gezien. Het is overdreven om te zeggen dat het leek alsof het gisteren was, maar het was gelijk goed. We hopen dat we hun nog eens in Nederland kunnen verwelkomen. We hebben overigens bewegende beelden gemaakt van vandaag, we gaan die proberen op de website te zetten.

Na afscheid genomen te hebben van lieve Tante Corrie zijn we op advies van haar binnendoor naar Phillip Island gereden, om naar de pinguïn parade te kijken. Iedere avond, rond zonsondergang komen de pinguïns uit de zee naar het strand en de achterliggende duinen om ‘thuis te komen’. Was een erg grappig gezicht. De strijd die de pinguïns inwendig voeren om de tocht over het strand te maken, tussen alle meeuwen door, leidt tot grappige taferelen. Als de leider van het groepje besluit dat het niet veilig is en omkeert, soms halverwege, dan struikelt alles en iedereen over elkaar heen. Sukkels… 🙂 Overigens mochten we geen foto’s en video-opnamen maken van het gebeuren, begrijpelijk, maar we hadden wel wat inzendingen voor Funniest Homevideo’s gehad. De verrekijker kwam overigens zeer goed van pas!

Morgen vertrekken we via Morrington en de ferry naar het begin van The Great Ocean road. We hoeven niet veel kilometers af te leggen, en met hulp van tante Corrie hebben we ook de route na The Great Ocean road min of meer vastgelegd. Wanneer we weer internet hebben weten we niet. Deze camping heeft het wel, maar we zitten denk ik te ver van het access point af. Soit.

Welterusten!