Author Archives: Martijn

De laatste pleisterplaats

Vanmiddag zijn we op onze laatste pleisterplaats aangekomen, voordat we huiswaarts keren. We vertrokken vanochtend, na een heerlijke douche in de koeienstal die voor de helft nog gewoon in gebruik is, onder het geloei van de koeien, het gemekker van de geiten en een stevige hand van onze Zwitserse boer. Het was een bijzondere camping, jammer dat de temperatuur niet aan onze voorwaarden voldeed. Voor de rest was het uitstekend. Het brood stond keurig klaar, twee heerlijke volkorencroissants en een stackenbrot, onze naam op de verpakking geschreven. De beste man vindt het allemaal wel best en gaat uit van de eerlijkheid van de gasten. Datgene wat je gebruikt noteer je en reken je later af. Heerlijk toch! Met een gratis wifi-verbinding tot in de camper konden we ook weer wat meer op de hoogte raken van het wel-en-wee in de rest van de wereld. Kortom: we kwamen niets tekort, behalve de al eerder genoemde temperatuur.

We wilden vandaag een flinke slag slaan in de resterende kilometers, om nog een dag te kunnen wandelen in de Ardennen. We hebben dan ook stevig doorgereden onder leiding van Karin. We zijn helaas wel een beetje teleurgesteld in haar. Ze zal ongetwijfeld onze instructies hebben opgevolgd, maar om ons nu midden door Saarbrucken te sturen om de kortste of snelste weg te vinden naar Sart-lez-Spa… Uiteindelijk leverde dat 20 minuten vertraging op, en boze blikken van ons beiden. Maar verder zijn we tevreden met onze reisleidster-op-onze-instructies. We zijn op onze laatste pleisterplaats. Maar voordat we kwartier gemaakt hebben (je moet ons eens zien, binnen 15 minuten staat de camper waterpas, is de luifel uitgerolt, staan de tafels en de stoelen en is de elektriciteit aangesloten) moesten we nog boodschappen doen…

Dat boodschappen doen is met de camper iets lastiger. Je bent iets langer en breder en de meeste parkeerplaatsen zijn dan ook te krap of te klein. Maar we hebben in Australië goede ervaringen met (grote) supermarkten buiten de steden of dorpen, zoals ze dat ook in Frankrijk kennen. Helaas hebben wij ze in de bezochte landen zelden getroffen. We zijn niets tekort gekomen, laat ik dat voorop stellen, maar we hebben hier en daar wel wat moeten improviseren. Vandaag wilden we het goed doen: vanaf de snelweg naar de camper gaan we op zoek naar een (grote) supermarkt waar we goed kunnen parkeren. Met de broer van Karin (mijn iPhone), die kan zoeken op zogenaamde Points of Interests lieten we ons naar de dichtstbijzijnde supermarkt brengen… Dat was al 6km van de camping af, en als ik vertel dat de winkelbediende nog de prijsjes van de producten aflas, of even in de winkel ging kijken wat iets ook alweer kostte, dan heb ik genoeg verteld, toch? We hebben daar de helft van de boodschappen kunnen doen. Op zoek naar de volgende, een wat bekendere qua naam. We dwaalden nog verder van de camping af en kwamen in Verviers uit. Om een lang verhaal kort te maken: de derde supermarkt was open, good old Lidl. De andere helft van de boodschappen gehaald, ook alvast gedacht aan de dag van morgen, en zo hebben we dat varkentje ook weer gewassen. Bij de volgende camper-reis pakken we het anders aan, hopen we.

Inmiddels staan we, hebben we heerlijk gegeten en gaan we zo eens plannen maken voor morgen. Rond het middaguur wordt het droog en gaan we (nadat we ons gemeld hebben bij de campingeigenaar; de receptie was al dicht en we lazen dat we gewoon een plekje konden uitzoeken) een mooie wandeling uitzoeken ter afsluiting van deze vakantie. Au revoir!

Sala Baganza & ‘change of plans’

Eerder deze week, na een blik op de kaart, rees bij mij het idee om eens te kijken in Sala Baganza, een plaatsje onder Parma, waar ik sporen van mijn spikes in het gravel moet hebben liggen.  Zoals eerder geschreven heb ik daar 2 zomers een honkbaltoernooi gespeeld, waarbij we 2e en 1e zijn geworden. Met behulp van onze Karin (de navigatie van de camper hebben we ‘Karin’ gedoopt) reden we er zo op af. In eerste instantie weinig herkenning in het dorp zelf, maar na een blik op de lokale plattegrond reden we naar het sportcentrum en daar was wel de herkenning en de herinnering. Het veld waar we de wedstrijden speelden en wonnen, waar we aten, waar de geïmproviseerde camping was, waar de gastvrouwen 2x per dag voor ons kookten. Het zag er deels nog hetzelfde uit, maar het was ook uitgebreid en hier en daar vernieuwd. Al lopend over het veld en de accommodatie kwamen steeds meer herinneringen terug. Vooral leuke herinneringen, maar het is dan ook alweer een tijdje geleden. Ik las namelijk op de website van de club dat wij in 1988 het toernooi wonnen…

Samen met Nicolien en Karin vervolgden we onze weg. Change of plans: nadat we ons stukje van gisteren plaatsten hebben we nog even het weerbericht bekeken voor Frankrijk voor de komende dagen. Zag er niet best uit. Koude avonden, en overdag neerslag. Aangezien we nog een dag wilden wandelen leek ons dat geen prettig vooruitzicht, en besloten we verder in de regio te kijken. Het weerbericht voor Zwitserland zag er beter uit, en dus zijn we nu in Zwitserland, aan het meer van Lugano. We hebben Italië dus verlaten. En dat voelt prima. We hebben namelijk verzuimd om aan de fietsen, die achterop de camper op de fietsendrager staan, een bord te hangen, met schuine rode/witte strepen. Die zagen we wel aan collega-campers hangen als die iets achterop de fietsendrager hadden staan, maar wij hadden ‘m dus niet. Eenmaal iets nauwkeuriger de ANWB aanwijzingen gelezen te hebben voor Italië kwamen we erachter dat dat verplicht is… We hadden al een mooi verhaal bedacht dat we die verloren waren. Maar goed, nu we Italië verlaten hebben zijn we wat dat betreft veilig.

Hoe de dag van morgen eruit gaat zien is nog even onbekend. Ofwel we gaan vanaf deze plek wandelen, of we rijden nog een stukje verder, naar de noordkant van de Alpen, om daar een dag extra te blijven. We zien het wel, dat is het ‘romantische’ van reizen met de camper (maar ondertussen duiken we gewoon in de ACSI gids en berekenen we met behulp van Karin de afstanden en reistijden…). Tschuss/Ciao/Au revoir!

Gelukkig hebben ze een scheve toren…

Vandaag stond Pisa op het programma. We wisten niet veel van Pisa, behalve dat ze een scheve toren hebben, Wim Kieft er heeft gevoetbald en Spaan en Vermeegen er een programma naar hebben vernoemd. Onze Italië-reisgids wist ons te vertellen dat Pisa in de 12e eeuw de belangrijkste stad was van het westelijke gedeelte van het Middellandse Zee gebied. Halverwege de 13e eeuw begon het verval, en ook in de Tweede Wereldoorlog hebben ze het te verduren gekregen. Maar gelukkig is de scheve toren bewaard gebleven… Want voor de rest is het niet veel.

De scheve toren staat niet waterpas. Tot zover niets nieuws, maar we vonden ‘m beiden schever dan we gedacht hadden. Naast de toren staat (wederom) het prachtige Duomo. Allebei uitgevoerd in (voornamelijk) wit marmer. Helaas was het bewolkt en hebben we geen mooie plaatjes kunnen schieten. Hoe dan ook, we waren best onder de indruk van Pisa, tot dan toe. En nu zou ik moeten stoppen met dit stukje, want eigenlijk valt er over Pisa niet veel meer te vertellen. De rest van de stad is weinig indrukwekkend. Waarschijnlijk gaat het grootste gedeelte van de gemeentebelasting naar het gebied met de toren en Duome. De rest is vies, smerig, slecht onderhouden, weinig aantrekkelijk voor zowel toerist als inwoner. We troffen ook weinig dagelijks leven, zoals wel in Siena en Venetië. Alles lijkt te draaien om de toerist rondom de toren. Jammer, als je ooit als stad de belangrijkste was van het gebied, weliswaar eeuwen geleden. Gelukkig is Amsterdam wel mooi gebleven en niet (zwaar) gebombardeerd. “Als de lente komt, dan stuur ik jou…”.

Overigens steken we de hand ook wel in eigen boezem. Niet vanwege Pisa, wel vanwege ons reisschema. We hebben als het gaat om steden in Italië weinig opbouw gehad in schoonheid van de steden. Als het om de bekendste steden gaat die wij hebben aangedaan, zou een rondje Pisa, Siena, Florence, Venetië een betere opbouw zijn. Kleine steden als San Gimignano verdienen een tweede reisje naar Toscane. Of misschien is zelfs een combinatie van een enkele grote stad en wat kleinere steden nog beter. Hoe dan ook: we zijn blij dat we deze steden gezien hebben.

Inmiddels hebben we ook de rest van ons tripje gepland. Grofweg komt het erop neer dat we nog een dag gaan wandelen in de Franse Alpen en langzaamaan via de oostkant van Frankrijk naar Nederland terugreizen. Morgen gaan we eerst op zoek naar Sala Baganza. Zo’n 20 jaar geleden heb ik daar 2 zomers gehonkbald, een internationaal toernooi waar ons team voor was uitgenodigd. We zijn respectievelijk 2e en 1e geworden, en ik ben benieuwd of daar nog bewijs van is, of dat ik nog dingen kan terughalen. We gaan op zoek naar het honkbalveld van Sala Baganza. Arriverdeci!

IJsjesgeld

Florence, of zoals de Italianen zeggen: Firenze. We hebben ons al eens eerder afgevraagd hoe het nu komt dat in sommige talen plaatsnamen veranderen van naam. Den Haag (of eigenlijk ’s Gravenhage) wordt in het Engels The Hague. Wordt Den Bosch (’s Hertogenbosch) eigenlijk The Bosch in het Engels. Paris wordt in het Nederlands Parijs, net als Berlin – Berlijn. En van Firenze hebben we (en ik denk ook de Fransen) maar voor het gemak Florence gemaakt. En zo ook: Milano – Milaan, Napoli – Napels en Venezia – Venetië. Als ik er nu zo over nadenk veel Italiaanse plaatsen… Zou de verklaring in de Romeinse tijd liggen?

Florence is een mooie stad. Er ligt veel historie, bekende namen als Galileï, Da Vinci en Dante hebben hun stempel op de stad gezet. Wij hebben de beginners-toer gedaan: veel wandelen, van plein naar plein, van bezienswaardigheid naar bezienswaardigheid. En de Duomo stak met kop en schouders boven alles uit. Wat een prachtig gebouw, en zeker in de felle zon (jawel, zeker 25 graden!) kwamen de kleuren heel mooi uit. De Ponte Vecchio, over de roestbruine Arno is bijzonder, maar zo druk dat het lastig is om ‘m goed te bekijken. Fijn is ook dat sommige gebieden alleen voor voetgangers zijn. Florence is geen Venetië wat dat betreft: we waren de stadsbus nog niet uit, of de brommers, scooters, motoren en auto’s kwamen weer van alle kanten. Klein Rome! Vooral de tweewielers zijn in trek, omdat die aan alle kanten de vierwielers kunnen passeren. Oppassen dus dat je niet van je sokken wordt gereden.

We hebben ons ‘ijsjesgeld’ aangebroken vandaag. Sinds jaren krijgen we ‘ijsjesgeld’ van mijn moeder mee op vakantie. Voor een ijsje… Niet in de minste plaats omdat ze zelf gek op ijs is. En waar kun je beter ijs eten dan in Italië? We hebben dus (zie de foto’s) twee bakjes met overheerlijk Italiaans ijs gehaald. Het was heerlijk, volgens Nicolien het lekkerste ijs dat ze ooit heeft gegeten. En we hebben nog geld over voor nog een paar ijsjes. Lekker hoor! Bedankt mam!

Zo’n lekker toetje, alhoewel ver voor de avondmaaltijd genuttigd, verdiende een waardig diner. En dat werd lastig, dachten we. We hebben verzuimd de afgelopen dagen de boodschappen te doen. Wel pogingen gedaan, maar vergeten of geen supermarkten tegengekomen. Aan het eind van het vakantieseizoen zijn de kampwinkeltjes door hun voorraad heen en worden ze slecht aangevuld. Daarbij zijn ze, op sommige campings, ook verschrikkelijk duur. Een fles cola voor 4 euro is toch echt te gortig! Via de plaatselijke VVV werden we naar een supermarkt verwezen in het centrum van Florence. En wat een weelde! Hadden we niet meer op gerekend vandaag, we hielden meer rekening met het restaurantje op de camping waar we gisteren al hadden gegeten. Was prima, maar we kunnen zelf beter. En deze supermarkt was haast een delicatesse winkel, allerlei heerlijke streekproducten, tegen betaalbare prijzen. We hebben heerlijk gegeten! Morgen, als we weer onderweg gaan, zullen we de voorraad aanvullen zodat we niet weer aangewezen zijn op de kampwinkel. En als er een lekker restaurant in de buurt van de volgende camping is, zullen we die zeker niet overslaan. Ciao!

Venetië: water, veel water

Vandaag stond een bezoek aan Venetië op het programma. We hebben tot nu toe een vol programma gehad. Dat was ook zo gepland, zoals we ook gepland hebben om de komende week wat minder een programma te hebben en wat meer relax-momenten in de vakantie op te nemen. Dat moet lukken in Toscane, onze volgende bestemming. Goed beschouwd hebben we de afgelopen week iedere dag wel ‘iets’ gedaan: gereisd, een activiteit, of allebei. Hartstikke leuk, we hebben genoten van wat we ondernomen hebben, maar de boeken (‘De wereld van Sophie’ voor Nicolien en ‘De Amstel’ voor mij) zijn tot nu toe nog onaangeroerd gebleven. En dat zegt genoeg eigenlijk. Aan de andere kant is er ook nog geen dag geweest dat we beiden die behoefte hadden. En daar speelt het weer een belangrijke rol in denk ik.

Venetië, dat betekent water, water en nog eens water, uiteraard. Maar meer dan we op gerekend hadden. En ergens ook weer niet. We werden vanochtend met regen wakker, zoals voorspeld was. Maandag a.s. zou pas weer een droge dag worden, en daar wilden we niet op wachten, dus we zijn op pad gegaan. Onze camping ligt op het schiereiland ten oosten van Venetië, en vanaf daar konden we de boot pakken naar Venetië. Hollands als we zijn, weer of geen weer, zijn we met regenjassen aan op de fiets gestapt om naar de boot te fietsen. En wonder boven wonder bleef het tijdens ons fietsritje droog. Eenmaal in de boot begon het flink te regenen. En de terugweg verliep net zo: regen tijdens de oversteek, (nagenoeg) droog tijdens de fietstocht. Eenmaal op de camping begon het weer hevig te regenen en zelfs te onweren. Veel regen dus vandaag, maar we zijn er weinig door getroffen of gehinderd. Alleen vanwege het onweer zijn we vanavond maar niet uit eten gegaan. We hopen uiteraard dat de nazomer en het begin van de herfst nog mooi weer voor ons in petto hebben. We geven ze nog twee weken. Maar vooralsnog zijn de weergoden ons goed gezind, ze hinderen ons niet. We hebben dus goede hoop!

Eenmaal aangekomen in Venetië troffen we nog de laatste restjes van de fikse regenbui van onderweg. Veel paraplu’s, die vanwege onze lengte gecombineerd met die van de gemiddelde Italiaan of Aziatische toerist bij ons op ooghoogte binnenkomen. Niet fijn, in de eerste smalle straatjes vanaf de kade en het Piazza San Marco richting Rialto, de brug over het Canale Grande. Maar naarmate de paraplu-gebruikers doorkregen dat het echt droog was, werd het beter. En gek genoeg kwamen we ook terecht in prachtige straatjes en pleintjes waar we bijna alleen waren. Gek, want daar is meer te zien dan in de smalle straatjes waar de luifeltjes en de kraampjes je alle zicht op de prachtige gebouwen ontnemen. Kortom: de regen en de paraplu’s brachten ons op prachtige en rustige plekken.

Venetië is een prachtige stad. Een bijzondere stad ook, omdat de enige voertuigen handkarren zijn, en dan zijn er natuurlijk nog allerlei vaartuigen, zoals de stadsbus-boten, de watertaxi’s en uiteraard de gondels. Vanwege het weer voeren er weinig gondels door de grachten, maar gelukkig hebben we er enkele gespot. Maar goed, heel bijzonder om geen fietsen, brommers, geen auto’s, trams en bussen tegen te komen. Het geeft de stad een middeleeuws gevoel, daar waar de marktkoopmannen hun handelswaar op handkarren vervoeren, daar waar er nog tijd is voor een praatje tussen de barbier en de portier, midden op straat. En wat zal de stad er in een voorjaars- of najaarszonnetje prachtig uit zien. De grauwe luchten hebben niet de prachtige plaatjes opgeleverd (zie de link ‘Fotoalbums’ voor de laatste foto’s) die we gewild hadden, maar we hebben een goede indruk van de stad gekregen. We komen zeker terug!

Eerst Toscane. Morgen op weg naar Florence, en dan ‘zien we wel’. Alhoewel ik nog een tripje down memory lane op het verlanglijstje heb staan… Arriverdeci!